Betonnen giganten, militaire trucks en rondspringende gidsen
Zaterdag vertrok ik voor een nachtje naar Tallinn, de hoofdstad van Estland. Het is een aardige rit met de bus, dus om half zes die ochtend sta ik naast mijn bed. Ik neem een douche en ben op tijd om mijn huisgenoten te begroeten, die net terugkomen van een feestje ergens in de stad.
Vannacht is het -15 graden Celsius geweest, en dat is te merken. Als ik om kwart over zes bij het busstation aankom staan een paar reizigers kleumend te wachten. Een dronken student waggelt nog wat rond de twee bussen langs de perrons. Met handen- en voetentaal leg ik de buschauffeur uit dat ik mee wil. Even later brengt de SEBE-expresbus me zonder tussenstops naar Tallinn, een rit van ruim tweeënhalf uur. Het is donker en bewolkt en na een ruim half uur aanrommelen met de WiFi in de bus en staren naar de voorbijglijdende bossen, val ik in slaap.

Tegen negen uur schommelt de bus Tallinn binnen. Meteen is te zien dat we met een veel grotere stad zijn: vierbaanswegen, veel verkeer, hoogbouw, bedrijventerreinen, trams en trolleybussen. Vanaf het Tallinna Bussijaam is het volgens Google Maps ruim een half uur lopen naar het hostel waar mijn huisgenoten uit Tartu zitten, dus ik neem de tram. Als ik instap, zie ik nergens een plek waar ik een kaartje kan kopen. Voor me leggen twee oude vrouwtjes geld in een kantelbakje in de wand van het bestuurdershokje en kieperen een paar euro naar binnen. Zo werkt dat dus blijkbaar.
Read the rest of this entry »